Bisschop Van den Hende over Driedaagse van Pasen

Bisschop Van den Hende, van bisdom Rotterdam schreef een artikel over de betekenis, de liturgie en bijbelteksten van het Paastriduüm en reikt voor elke dag een gebed aan.

Dit artikel is gepubliceerd in het paasnummer van bisdomblad Tussenbeide (2023) en komt oorspronkelijk uit het boek ‘Van As naar Opstanding’, verkrijgbaar bij uitgeverij Adveniat.

De tekst geeft uitleg bij de liturgie van het Paastriduüm, die een organische eenheid vormt die in drie grote vieringen wordt ontvouwd. Het gaat eigenlijk om één grote, doorlopende viering. De ene viering sluit aan bij waar de vorige eindigde. De drie dagen zijn integrale delen van het ene Paastriduüm.

1. Witte Donderdag

Aan het einde van de Veertigdagentijd begint met Witte Donderdag de driedaagse (triduüm) van Pasen. Als we op Witte Donderdag samenkomen in de kerk dan is het al avond. We staan stil bij het laatste avondmaal van onze Heer, op de vooravond van zijn arrestatie en lijden en sterven.

In de lezing uit het evangelie van Johannes horen we geen beschrijving van de maaltijd van de Heer als zodanig. We horen Jezus zeggen dat zijn uur is gekomen. Jezus, de leraar en meester, wast zijn leerlingen de voeten. In het nederige werk van de voetwassing laat Jezus zijn leerlingen zien dat Hij gekomen is om te dienen in plaats van gediend te worden. Hij sluit zijn aanschouwelijk onderwijs af met te zeggen: “Ik heb u een voorbeeld gegeven opdat gij zoudt doen zoals Ik u gedaan heb” (Johannes 13, 15). Je zou bij de voetwassing kunnen spreken van de instelling van het gebod van de naastenliefde waarover Jezus later nog te spreken komt (cf. Johannes 15, 12-17).

Gaat het op Witte Donderdag dan niet om de instelling van de eucharistie? Zeker wel, want in de tweede lezing uit de eerste brief van Paulus aan de christenen van Korinte horen wij het oudste getuigenis in het Nieuwe Testament, “dat de Heer Jezus in de nacht waarin Hij werd overgeleverd brood nam en na gedankt te hebben het brak en zei: Dit is mijn lichaam voor u. Doet dit tot mijn gedachtenis. Zo nam Hij na de maaltijd de beker met de woorden: Deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed. Doet dit elke keer dat gij hem drinkt tot mijn gedachtenis.” In dit licht gedenken wij op Witte Donderdag tevens de instelling van het priesterschap dat -getekend door de liefde van Christus- heel bijzonder verbonden is met de bediening van het sacrament van de eucharistie.

Zoals destijds het volk van God aan de vooravond stond van de uittocht uit de slavernij van Egypte en het paasmaal werd gehouden, haastig etend met de stok in de hand (cf. Exodus 12, 11), zo staat Jezus bij het laatste avondmaal aan de vooravond van zijn uittocht wanneer Hij zal sterven aan het kruis en na zijn verblijf in het graf zal verrijzen uit de dood, zijn doortocht naar nieuw leven voor altijd. De apostel Paulus schrijft met betrekking tot de eucharistie: “Telkens als gij dit brood eet en de beker drinkt verkondigt gij de dood des Heren totdat Hij wederkomt” (1 Korintiërs 11, 26).

De eucharistieviering van Witte Donderdag wordt niet afgesloten met de zegen. Er is sprake van een eenvoudige zegenbede. De viering van Witte Donderdag als eerste etappe van de driedaagse van Pasen gaat als het ware geruisloos over naar de liturgie van Goede Vrijdag.

Ex. 12, 1-8.11-14; 1 Kor. 11, 23-26; Joh. 13, 1-15

GEBED
Heer Jezus Christus, drie dagen mogen wij U aandachtig volgen, de momenten gedenken van de maaltijd met uw leerlingen, uw kruisdood en verrijzenis.
Wij danken U, Heer, voor uw volgehouden liefde tot in de dood, voor de gaven van uw Lichaam en Bloed totdat Gij wederkomt. Wij danken U, Heer, dat uw uittocht geen afscheid betekent, maar de doortocht naar uw eeuwig leven, waarvan wij het onderpand mogen ontvangen in de eucharistie.

2. Goede Vrijdag

Ooit vroeg iemand: wat is er zo goed aan Goede Vrijdag? Het gaat immers over het lijden en sterven van Jezus aan het kruis. Deze indringende vraag is te begrijpen want lijden en sterven zijn bepaald niet goed. In de lezingen van Goede Vrijdag worden lijden en sterven dan ook niet verheerlijkt. De dood van Jezus aan het kruis is en blijft gruwelijk. Het altaar in de kerk is leeg. Er ligt geen kleed op en geen altaarkruisje en er staan geen kandelaars op.

Het kruis van Christus staat centraal, bij het bidden van de kruisweg en ook in de plechtige viering van Goede Vrijdag, de tweede etappe van de driedaagse van Pasen. Waar de eucharistieviering op Witte Donderdag niet werd afgesloten met een zegen, zo wordt de plechtige viering van Goede Vrijdag zonder opening en begroeting begonnen met een moment van volstrekte stilte waarbij de priester, gekleed in een rood kazuifel, plat op de grond gaat liggen. Daarna wordt gebeden en volgen de schriftlezingen met als laatste lezing het lijdensverhaal van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes.

Na de uitgebreide voorbede wordt een groot kruis ter verering binnengedragen: “Aanschouwt dit kostbaar kruis waaraan de Redder heeft gehangen. Komt laten wij aanbidden.” De aandacht gaat uit naar de persoon van Jezus Christus die zijn leven heeft gegeven aan het kruis. We worden uitgenodigd om persoonlijk dichterbij het kruis van Christus te komen, het te kussen of een buiging te maken en eventueel bloemen neer te leggen of een kaarsje aan te steken. We denken met afschuw aan woorden uit de eerste lezing van de profeet Jesaja: “Men mishandelde hem en hij heeft het aanvaard, hij heeft zijn mond niet geopend” (Jesaja 53, 7) en we beseffen dat “hij is doorboord om onze zonden en mishandeld om onze misdaden” (Jesaja 53, 5a). Uitvoerig staan we stil bij Jezus’ lijden en sterven, maar wij geloven dat Jezus’ dood niet het einde is. Daarom is de plechtigheid van Goede Vrijdag niet louter een dodenherdenking. In het perspectief van Pasen mogen we benadrukken dat de weg van de gekruisigde Heer uiteindelijk geen doodlopende weg is. Hij leeft!

Indringend is daarom op Goede Vrijdag het moment van de heilige communie. Na het bidden van het Onze Vader ontvangen wij in de communie de levende Heer onder de gedaante van brood. Nog op weg naar het paasfeest ontvangen we onze Heer die gestorven is en verrezen.

De plechtigheid eindigt in stilte. Er wordt alleen een zegenbede uitgesproken. Zo gaat de tweede etappe van de driedaagse van Pasen geleidelijk over naar de zaterdag waarop we stilstaan bij Jezus’ verblijf in het graf om uiteindelijk in de paaswake het licht van de verrezen Heer binnen te dragen.

Jes. 52, 13 - 53, 12; Hebr. 4, 14-16; 5, 7-9; Joh. 18, 1 - 19, 42

GEBED
Heer Jezus Christus, uw lijden en sterven zijn te gruwelijk voor woorden, uw liefde en trouw werden beantwoord met haat en verraad.
Wij bidden U, Heer, wees nabij aan alle mensen die onschuldig lijden, aan allen voor wie de dood onontkoombaar is.
Wij bidden U, Heer, dat uw kruis steeds een houvast mag zijn, om in tijden van duisternis oog te houden voor uw licht en uw barmhartigheid en verlossing te ondervinden.

3. Paaswake

De paaswake gaat pas van start wanneer het donker is. In een donkere kerk mogen we uitzien naar het licht van Pasen. De duisternis en ook de lengte van de plechtigheid zijn niet bedoeld om in slaap te vallen. Op uitnodiging van de Heer zijn we geroepen om waakzaam te blijven, onze ogen en oren open te houden om te kunnen zien en te horen dat “onze Heer Jezus van de dood naar het leven is overgegaan.”

Nadat het vuur is gezegend en de paaskaars daarmee is aangestoken, wordt het licht als teken van de verrezen Heer binnengedragen in de kerk en alle aanwezigen mogen delen in het licht van Pasen door aan de paaskaars hun kleine kaarsjes te ontsteken: “Licht van Christus. Heer, wij danken U.”

De paaswake bestaat na de lichtritus uit nog drie delen: de viering van het woord, de viering van het doopsel en de eucharistie. Na het bij kaarslicht zingen van de paasjubelzang wordt het eerste gedeelte van de paaswake afgesloten. Na het zien van het nieuwe licht, gaan we luisteren naar de verschillende lezingen uit de heilige Schrift in de uitgebreide viering van het woord.

Minstens drie lezingen uit het Oude Testament komen voorbij, daarna wordt gelezen uit de brief aan de Romeinen (over het doopsel) en uiteindelijk klinkt het evangelie van Pasen. Na lange tijd wordt weer alleluia gezongen. God is de oorsprong van ons leven en ook de vernieuwing ervan door de verrijzenis, de overwinning op de dood. Na zien en luisteren mogen we ons hart laten spreken. We worden gevraagd opnieuw ons geloof te belijden en worden besprenkeld met nieuw gezegend water ten teken van het eens ontvangen doopsel.

Vaak worden in de paaswake juist op dit moment nieuwe gelovigen opgenomen in de Kerk door het sacrament van het doopsel en het vormsel. Medegelovigen zijn hun voorgangers op de weg van het evangelie. Voor eenieder geldt de aan- sporing om met hart en ziel leerlingen van Christus te zijn.

In de viering van de eucharistie komt de gekruisigde en verrezen Heer in ons midden met de gaven van zijn Lichaam en Bloed. In dit sacrament is de levende Heer net zo dichtbij ons als op de eerste paasmorgen bij zijn eerste leerlingen.

Met een plechtige zegen wordt de paaswake afgesloten als derde etappe van de driedaagse van Pasen. Eerste Paasdag en de hele paastijd mogen we de rijkdom van ons paasgeloof be-amen. Uiteindelijk viert de Kerk iedere zondag de verrijzenis van Christus.

Gen. 1, 1 - 2, 2; Gen. 22, 1-18; Ex. 14, 15 - 15, 1; Jes. 54, 5-14; Jes. 55, 1-11; Bar. 3, 9-15. 32 - 4, 4; Ez. 36, 16-17a. 18 -28; Rom. 6, 3-11; Mt. 28, 1-10

GEBED
Heer Jezus Christus, op de derde dag bent U verrezen uit de dood, en mochten de leerlingen getuige zijn van het lege graf.
Wij danken U, Heer, voor hun verkondiging van uw paasmysterie, voor de gave van het paasgeloof in uw Kerk.
Wij bidden U, Heer, dat uw vrede ons voortdurend mag vergezellen, om in tijden van onrust en oorlog trouw te blijven aan uw liefde
en met hart en ziel uit te zien naar uw wederkomst.
Icon download file
Download